Vertaling van equiperen
Inhoud:
Nederlands
Engels
equiperen, outilleren, toerusten, geoutilleerd, uitrusten {ww.}
to outfit
to fit
to fit out
to equip
to fit
to fit out
to equip
wij equiperen
jullie equiperen
zij equiperen
we fit
you fit
they fit
» meer vervoegingen van to fit