Vertaling van examen
examination
test
Voorbeelden in zinsverband
Succes met je examen!
Good luck on the exam!
Ik ben gezakt voor het examen.
I failed the exam.
Is hij geslaagd voor het examen?
Did he pass the exam?
Bill is zenuwachtig voor het examen.
Bill is nervous about the exam.
Ik wens u veel geluk op het examen.
I wish you good luck in the exam!
Ik moet volgende week een examen opnieuw afleggen.
I have to resit an English exam next week.
Ik heb heel hard geleerd om het examen te halen.
I studied really hard in order to pass the exam.
Jim was tijdens het examen betrapt op spieken.
Jim was caught cheating in the examination.
Hij zou voor het examen kunnen slagen, toch?
He could pass the examination, could not he?
Hij is betrapt op spieken tijdens het examen en werd op het matje geroepen.
He was caught cheating on the exam and got called on the carpet.
Wij zouden willen dat we geen examen moesten afleggen in het Engels.
We wish we didn't have to take a test in English.
Ik heb heel hard geleerd om het examen te kunnen halen.
I studied really hard so as to pass the exam.