Vertaling van feest
celebration
festival
to celebrate
ik feest
jij feest
hij/zij/het feest
I celebrate
you celebrate
he/she/it celebrates
» meer vervoegingen van to celebrate
Voorbeelden in zinsverband
We hebben een feest volgende zaterdag.
We're having a party next Saturday.
Het feest eindigde om negen uur.
The party ended at nine.
Op het feest, was iedereen goed gekleed.
At the party, everybody was well-dressed.
Ze gaven een groot feest voor mij.
They gave a big party for me.
Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.
I invited them to the party.
Ik heb mijzelf vermaakt op het feest gisteren.
I enjoyed myself at the party yesterday.
Er zijn maar tien mensen opgedaagd voor het feest.
Only ten people showed up for the party.
Meer dan 100 mensen waren op het feest.
Over 100 people were present at the party.
Ze kwam niet opdagen bij het feest gisteren.
She didn't show up at the party yesterday.
Ze hadden het naar hun zin op het feest.
They enjoyed themselves at the party.
Ik kwam Mary tegen op het feest afgelopen week.
I ran into Mary at the party last week.
We hebben een romanschrijver en een poëet uitgenodigd voor het feest.
We invited a novelist and poet to the party.
Ze had geen jurk om naar het feest mee te gaan.
She had no dress to attend the party in.
Alle vrienden aan wie ik een uitnodiging gestuurd heb, zijn op het feest gekomen.
All my friends to whom I sent invitations came to the party.
Doe haar de groeten als je haar ziet op het feest.
Please say hello to her if you see her at the party.