Vertaling van feitelijk

Inhoud:

Nederlands
Engels
feitelijk, werkelijk {bn.}
factual
real 
actual 
feitelijk, inderdaad, metterdaad {bw.}
indeed 
in fact
actually
as a matter of fact
werkelijk, bestaand, eigenlijk, existent, feitelijk, fysiek, waarachtig, effectief, natuurlijk, reëel {bn.}
existent
real
eigenlijk, au fond, aufond, de facto, feitelijk, ipso facto, realiter {bw.}
actually
in reality


Gerelateerd aan feitelijk

werkelijk - inderdaad - metterdaad - bestaand - eigenlijk - existent - fysiek - waarachtig - effectief - natuurlijk - reëel - au fond - aufond - de facto - ipso factoheus