Vertaling van feitelijkheid

Inhoud:

Nederlands
Engels
feitelijkheid [v] (de ~) {zn.}
factualness
factuality
feit [o] (het ~), waarheid, feitelijkheid [v] (de ~) {zn.}
fact
Dit feit bewijst haar onschuld.
This fact proves her innocence.
Toon mij een feit dat uw idee ondersteunt.
Show me a fact which supports your idea.


Gerelateerd aan feitelijkheid

feit - waarheiddaad - gebeurtenis - omstandigheid