Vertaling van fiatteren
Inhoud:
Nederlands
Engels
fiatteren, goedvinden, sanctioneren, goedkeuren, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, accorderen, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
wij fiatteren
jullie fiatteren
zij fiatteren
we hold
you hold
they hold
» meer vervoegingen van to hold