Vertaling van fijn

Inhoud:

Nederlands
Engels
fijn, spitsvondig, subtiel {bn.}
subtle 
delicate 
fine 
light 
fijn, lekker, smakelijk, van goede smaak getuigend {bn.}
nice 
tasty 
delicious 
tasteful 
fijn, gekuist {bn.}
fine 
delicaat, fijn, gevoelig, iel, kies, kieskeurig, tactvol, teder, teer {bn.}
dainty
delicate 
fine 
refined
gentle 
sensitive 
soft 
tender 
awkward
orthodox, rechtzinnig, fijn {bn.}
orthodox
mainline
mainstream 
fijnhakken {ww.}
to chop up
to hack
to chop 

ik hak fijn
jij hakt fijn
hij/zij/het hakt fijn

I hack
you hack
he/she/it hacks
» meer vervoegingen van to hack

fijnknijpen {ww.}
to smash 
to crush 

ik knijp fijn
jij knijpt fijn

I crush
you crush
» meer vervoegingen van to crush

fijnhakken {ww.}
to dice
to mince
to chop 

ik hak fijn
jij hakt fijn
hij/zij/het hakt fijn

I dice
you dice
he/she/it dices
» meer vervoegingen van to dice

fijnknijpen {ww.}
to squelch
to squeeze
to mash
to squash
to crush

ik knijp fijn
jij knijpt fijn

I squeeze
you squeeze
» meer vervoegingen van to squeeze

fijnhakken {ww.}
to mince

ik hak fijn
jij hakt fijn
hij/zij/het hakt fijn

I mince
you mince
he/she/it minces
» meer vervoegingen van to mince

fijnkauwen {ww.}
to rag
to rebuke
to lambaste
to lecture
to take to task
to berate
to dress down
to reproof
to chew up
to chide
to chew out
to call on the carpet
to call down
to remonstrate
to have words
to reprimand
to jaw
to scold
to lambast
to trounce
to bawl out

ik kauw fijn
jij kauwt fijn
hij/zij/het kauwt fijn

I rag
you rag
he/she/it rags
» meer vervoegingen van to rag