Vertaling van fluctueren
Inhoud:
Nederlands
Engels
fluctueren, op en neer gaan, schommelen {ww.}
to fluctuate
zij fluctueren
they fluctuate
» meer vervoegingen van to fluctuate
wisselen, fluctueren, variëren {ww.}
to change
to vary
to alter
to vary
to alter
zij fluctueren
they change
» meer vervoegingen van to change