Vertaling van fonkelen

Inhoud:

Nederlands
Engels
fonkelen, glinsteren, sprankelen {ww.}
to sparkle
to spark 

zij fonkelen

they spark
» meer vervoegingen van to spark

fonkelen {ww.}
to sparkle
fonkelen {ww.}
to sparkle
to froth
to form bubbles
to foam
to fizz
to effervesce

zij fonkelen

they froth
» meer vervoegingen van to froth

flonkeren, fonkelen, glinsteren, sprankelen, glinsterend, schitteren, schitterend, tintelen {ww.}
to scintillate
to sparkle
to coruscate


Gerelateerd aan fonkelen

glinsteren - sprankelen - flonkeren - glinsterend - schitteren - schitterend - tintelenprikkelen - schijnen