Vertaling van fors
Inhoud:
Nederlands
Engels
fors, breedgebouwd, fiks, flinkgebouwd, forsgebouwd, grofgebouwd, potig, robuust, zwaargebouwd, stevig, vierkant, flink, groot {bn.}
beefy
buirdly
burly
husky
strapping
buirdly
burly
husky
strapping
aardig, beduidend, considerabel, fors, merkelijk, aanzienlijk, flink, groot, hoog, belangrijk, knap, gevoelig, behoorlijk, heel {bn.}
considerable