Vertaling van gabber
Inhoud:
Nederlands
Engels
vriend , amice, deelgenoot, gezel , kameraad , kompaan, kornuit , makker , vrind, maat , compagnon , vriendin , gabber {zn.}
friend
Hij is haar vriend.
He is her friend.
Hij is mijn vriend.
He is my friend.
man , baas , basserool, broger, gabber , jongen , kerel , klant, knaap, manspersoon, meneer , pief , vent , gast , heer , pik , mannetje , heerschap {zn.}
man
adult male
adult male
Meneer Ito is een hoogopgeleide man.
Mr Ito is a highly educated man.
De man die we vanochtend zagen was meneer Green.
The man we saw this morning was Mr. Green.