Vertaling van gaffel

Inhoud:

Nederlands
Engels
gaffel [v] {zn.}
gaff
gaffel [m] (de ~) {zn.}
gaff
riek [m] (de ~), mestvork, spitvork, stalgreep, gaffel [m] (de ~) {zn.}
fork
gaffelen, kanen, nassen, bikken {ww.}
to tuck away
to tuck in
to put away


Gerelateerd aan gaffel

riek - mestvork - spitvork - stalgreep - gaffelen - kanen - nassen - bikkenrondhout - prakijzer - maaltijden