Vertaling van garneren
Inhoud:
Nederlands
Engels
afzetten, beslaan, garneren, stofferen, uitmonsteren {ww.}
wij garneren
jullie garneren
zij garneren
we furnish
you furnish
they furnish
» meer vervoegingen van to furnish
garneren {ww.}
to garnish
to trim
to dress
to trim
to dress
wij garneren
jullie garneren
zij garneren
we garnish
you garnish
they garnish
» meer vervoegingen van to garnish