Vertaling van geïrriteerd

Inhoud:

Nederlands
Engels
geïrriteerd, verstoord, gecrispeerd, geprikkeld, gramstorig, ibbel, iebel, korzelig, kregel, kregelig, kribbig, kriegel, kriegelig, wrevelig, kriebelig {bn.}
resentful
agaceren, irriteren, prikkelen {ww.}
to set on edge
to aggravate
to irritate 

ik heb geïrriteerd
jij hebt geïrriteerd
hij/zij/het heeft geïrriteerd

I have aggravated
you have aggravated
he/she/it has aggravated
» meer vervoegingen van to aggravate

irriteren {ww.}
to irritate 

ik heb geïrriteerd
jij hebt geïrriteerd
hij/zij/het heeft geïrriteerd

I have irritated
you have irritated
he/she/it has irritated
» meer vervoegingen van to irritate

aanstoken, irriteren, ophitsen, op stang jagen, prikkelen, sarren {ww.}
to irritate 
to stir up
to arouse
to stimulate 
to rouse
to provoke
to incite 
to excite

ik heb geïrriteerd
jij hebt geïrriteerd
hij/zij/het heeft geïrriteerd

I have irritated
you have irritated
he/she/it has irritated
» meer vervoegingen van to irritate

irriteren {ww.}
to rile
to vex
to nettle
to rag
to irritate
to nark
to get to
to gravel
to get at
to devil
to chafe
to bother
to annoy

ik heb geïrriteerd
jij hebt geïrriteerd
hij/zij/het heeft geïrriteerd

I have riled
you have riled
he/she/it has riled
» meer vervoegingen van to rile

mishagen, misnoegen, ontstemmen, ergeren, irriteren {ww.}
to exacerbate
to exasperate
to aggravate

ik heb geïrriteerd
jij hebt geïrriteerd
hij/zij/het heeft geïrriteerd

I have exacerbated
you have exacerbated
he/she/it has exacerbated
» meer vervoegingen van to exacerbate



Gerelateerd aan geïrriteerd

verstoord - gecrispeerd - geprikkeld - gramstorig - ibbel - iebel - korzelig - kregel - kregelig - kribbig - kriegel - kriegelig - wrevelig - kriebelig - agacerentoornig - prikkelen - voelen