Vertaling van gebieden

Inhoud:

Nederlands
Engels
gebieden, heersen, overheersen {ww.}
to rule
to govern

wij gebieden
jullie gebieden
zij gebieden

we rule
you rule
they rule
» meer vervoegingen van to rule

bol [m], gebied (mv. gebieden) [o], omgeving [v], kloot, sfeer {zn.}
ball 
realm 
sphere 
De zilveren bollen liggen rondom de rode bol.
The silver balls are around the red ball.
gebied (mv. gebieden), gewest, regio, streek, landstreek {zn.}
area 
region 
district 
zone 
Hij kent de streek op zijn duimpje.
He knows the area like the back of his hand.
Iedere keer dat hij ontsnapte keerde hij terug naar dit gebied.
Each time he escaped, he returned to this region.
areaal [o], gebied (mv. gebieden) [o], oppervlakte, verspreidingsgebied {zn.}
area 
acreage
ban [m], gebied (mv. gebieden) [o], grondgebied, territoir, territorium {zn.}
territory 
turf
vereisen, gebieden, vergen, eisen, kosten {ww.}
to require
to take
to need
to postulate
to necessitate
to involve
to demand
to call for
to ask

wij gebieden
jullie gebieden
zij gebieden

we require
you require
they require
» meer vervoegingen van to require

Industriële landen vereisen veel behendige arbeid.
Industrial countries require a lot of skilled labor.
Het zou me te veel tijd kosten om je uit te leggen waarom dat niet gaat werken.
It would take me too much time to explain to you why it's not going to work.
dicteren, gebieden, gelasten, ordonneren, prescriberen, verordonneren, voorschrijven, bevelen, commanderen {ww.}
to require
to command

wij gebieden
jullie gebieden
zij gebieden

we require
you require
they require
» meer vervoegingen van to require

terrein [o] (het ~), domein [o] (het ~), gebied [o] (het ~), sfeer, veld [o] (het ~), vlak [o] (het ~) {zn.}
subject field
subject
subject area
study
field of study
field
discipline
bailiwick
gebied [o] (het ~) {zn.}
area
country
Mensen wonende in dit gebied sterven aan een gebrek aan water.
People living in this area are dying because of the lack of water.
heerschappij [v] (de ~), gebied [o] (het ~) {zn.}
dominance
control
ascendency
ascendence
ascendancy
ascendance


Gerelateerd aan gebieden

heersen - overheersen - bol - gebied - omgeving - kloot - sfeer - gewest - regio - streek - landstreek - areaal - oppervlakte - verspreidingsgebied - banregeren - vragen - opdragen - bezigheid - deel - oord - macht