Vertaling van geblesseerd
Inhoud:
Nederlands
Engels
geblesseerd {bn.}
hurt
weakened
weakened
blesseren {ww.}
to wound
to injure
to injure
ik heb geblesseerd
jij hebt geblesseerd
hij/zij/het heeft geblesseerd
I have wounded
you have wounded
he/she/it has wounded
» meer vervoegingen van to wound