Vertaling van gebouw

Inhoud:

Nederlands
Engels
bouw [m], constructie [v], gebouw [o], opbouw {zn.}
building 
construction 
structure 
Het gebouw is op het moment in aanbouw.
The building is under construction.
Kijk naar dat gebouw.
Look at that building.
bouwwerk [o], gebouw [o], perceel [o], bouwsel, constructie {zn.}
building 
construction 
Moet je dat hoge gebouw zien.
Look at that tall building.
Het VN-gebouw is zeer indrukwekkend.
The U.N. building is very impressive.
gebouw [o] (het ~), pand [o] (het ~), huis [o] (het ~), perceel [o] (het ~) {zn.}
building
edifice
Dat is het gebouw waar papa werkt.
That's the building where Dad works.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Kijk naar dat gebouw.

Look at that building.

Het VN-gebouw is zeer indrukwekkend.

The U.N. building is very impressive.

Moet je dat hoge gebouw zien.

Look at that tall building.

Dat is het gebouw waar papa werkt.

That's the building where Dad works.

De politie heeft het gebouw omsingeld.

The police have surrounded the building.

Kijk naar het grote gebouw daar.

Look at the large building over there.

Het gebouw is honderd meter hoog.

The building is one hundred meters high.

Het gebouw is op het moment in aanbouw.

The building is under construction.

Morgen gooi ik voor de lol een watermeloen van het dak van een vijf verdiepingen tellend gebouw.

Tomorrow I'm going to throw a watermelon off the roof of a five-story building just for the hell of it.


Gerelateerd aan gebouw

synoniemen

bouw - constructie - opbouw - bouwwerk - perceel - bouwsel - pand - huis

verwante termen

verblijfplaats - bouwwerk - aanbouw - uitbouw - corridor - verdieping