Vertaling van gebruiken

Inhoud:

Nederlands
Engels
aanwenden, benutten, gebruiken {ww.}
to use 
to turn to account
to make use of
to employ 

wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken

we use
you use
they use
» meer vervoegingen van to use

Mag ik dit gebruiken?
May I use this?
Mag ik dit potlood gebruiken?
May I use this pencil?
drinken, gebruiken {ww.}
to drink 

wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken

we drink
you drink
they drink
» meer vervoegingen van to drink

Wij drinken alles.
We drink everything.
Echte mannen drinken thee.
Real men drink tea.
bikken, gebruiken, eten, vreten, nuttigen {ww.}
to eat 
to feed 

wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken

we eat
you eat
they eat
» meer vervoegingen van to eat

Mensen eten geen mensen.
Man doesn't eat man.
Ik zal hier eten.
I'll eat here.
gebruiken {ww.}
to drug
to do drugs

wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken

we drug
you drug
they drug
» meer vervoegingen van to drug

gebruik (mv. gebruiken) [o], gewoonte, usance {zn.}
custom 
habit 
way 
fashion 
practice 
wont 
gebruik (mv. gebruiken) [o], zede {zn.}
custom 
mores
usage
way 
gebruik (mv. gebruiken) [o], genot {zn.}
use 
aanwending [v], gebruik (mv. gebruiken) [o] {zn.}
use 
usage
using 
nuttigen, ontfermen, nemen, gebruiken, consumeren {ww.}
to take
to have
to take in
to ingest
to consume

wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken

we take
you take
they take
» meer vervoegingen van to take

Ik moet medicijnen gebruiken.
I have to take medicine.
Of moet je de bus nemen?
Or do you have to take the bus?
aanwenden, bezigen, nemen, gebruiken, pakken, toepassen {ww.}
to use
to utilize
to utilise
to employ
to apply

wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken

we use
you use
they use
» meer vervoegingen van to use

Mag ik deze fiets gebruiken?
Can I use this bike?
Mag ik jouw potlood gebruiken?
Can I use your pencil?
geplogenheid, mos, praktijk [m] (de ~), gewoonte [v] (de ~), usantie, usus, gebruik [o] (het ~) {zn.}
custom
usance
usage
Het is ons gebruik om onze schoenen uit te doen voor we het huis binnengaan.
It is our custom to take off our shoes when we enter the house.
In Nederland is het de gewoonte dat, wanneer bij de bouw van een huis het hoogste punt bereikt is en de dakpannen gelegd kunnen worden, de opdrachtgever de bouwvakkers…
In the Netherlands, it is the custom that, when during the construction of a house the highest point has been reached and the roof is ready for tiling, the client treats…
gebruik (mv. gebruiken) [o] (het ~) {zn.}
use
exercise
utilization
utilisation
usage
employment
Gebruik alsjeblieft geen Engels.
Please don't use English.
Iedereen zou van zijn stemrecht moeten gebruik maken.
Everyone should exercise their right to vote.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Mag ik dit gebruiken?

May I use this?

Ik moet medicijnen gebruiken.

I have to take medicine.

Mag ik dit potlood gebruiken?

May I use this pencil?

Mag ik deze fiets gebruiken?

Can I use this bike?

Mag ik jouw potlood gebruiken?

Can I use your pencil?

Wil je de mijne gebruiken?

Do you want to use mine?

Mag ik jouw telefoon gebruiken?

May I use your phone?

Je mag mijn jacht gebruiken.

You are welcome to the use of my yacht.

Mag ik je telefoon gebruiken?

Can I use your telephone?

Mag ik jouw telefoon gebruiken?

Can I use your phone?

Er zijn vele oude gebruiken in Japan.

There are many ancient customs in Japan.

Je mag mijn pen niet gebruiken.

You mustn't use my pen.

Ik denk dat ze jou gebruiken.

I think they're using you.

Je mag altijd mijn woordenboek gebruiken.

You may always use my dictionary.

Door Tatoeba te gebruiken leert men talen.

By using Tatoeba one learns languages.


Gerelateerd aan gebruiken

aanwenden - benutten - drinken - bikken - eten - vreten - nuttigen - gebruik - gewoonte - usance - zede - genot - aanwending - ontfermen - nemenaanwenden - nuttigen - verplaatsen - verrichten - handeling