Vertaling van gebruiken
wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken
we use
you use
they use
» meer vervoegingen van to use
wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken
we drink
you drink
they drink
» meer vervoegingen van to drink
wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken
we eat
you eat
they eat
» meer vervoegingen van to eat
to do drugs
wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken
we drug
you drug
they drug
» meer vervoegingen van to drug
to have
to take in
to ingest
to consume
wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken
we take
you take
they take
» meer vervoegingen van to take
to utilize
to utilise
to employ
to apply
wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken
we use
you use
they use
» meer vervoegingen van to use
usance
usage
exercise
utilization
utilisation
usage
employment
Voorbeelden in zinsverband
Mag ik dit gebruiken?
May I use this?
Ik moet medicijnen gebruiken.
I have to take medicine.
Mag ik dit potlood gebruiken?
May I use this pencil?
Mag ik deze fiets gebruiken?
Can I use this bike?
Mag ik jouw potlood gebruiken?
Can I use your pencil?
Wil je de mijne gebruiken?
Do you want to use mine?
Mag ik jouw telefoon gebruiken?
May I use your phone?
Je mag mijn jacht gebruiken.
You are welcome to the use of my yacht.
Mag ik je telefoon gebruiken?
Can I use your telephone?
Mag ik jouw telefoon gebruiken?
Can I use your phone?
Er zijn vele oude gebruiken in Japan.
There are many ancient customs in Japan.
Je mag mijn pen niet gebruiken.
You mustn't use my pen.
Ik denk dat ze jou gebruiken.
I think they're using you.
Je mag altijd mijn woordenboek gebruiken.
You may always use my dictionary.
Door Tatoeba te gebruiken leert men talen.
By using Tatoeba one learns languages.