Vertaling van gebruikt
jij gebruikt
hij/zij/het gebruikt
you use
he/she/it uses
» meer vervoegingen van to use
jij gebruikt
hij/zij/het gebruikt
you drink
he/she/it drinks
» meer vervoegingen van to drink
jij gebruikt
hij/zij/het gebruikt
you eat
he/she/it eats
» meer vervoegingen van to eat
to have
to take in
to ingest
to consume
jij gebruikt
hij/zij/het gebruikt
you take
he/she/it takes
» meer vervoegingen van to take
to do drugs
jij gebruikt
hij/zij/het gebruikt
you drug
he/she/it drugs
» meer vervoegingen van to drug
to utilize
to utilise
to employ
to apply
jij gebruikt
hij/zij/het gebruikt
you use
he/she/it uses
» meer vervoegingen van to use
Voorbeelden in zinsverband
Tom gebruikt Windows 7.
Tom uses Windows 7.
Waarvoor wordt dit gebruikt?
What is this thing used for?
Tom gebruikt twee computers tegelijkertijd.
Tom uses two computers at the same time.
Tom gebruikt altijd een condoom.
Tom always uses a condom.
Wat voor soort software gebruikt Tom gewoonlijk?
What kind of software does Tom usually use?
Hoeveel honing gebruikt u voor dit gebak?
How much honey do you use for this pastry?
Het Engels wordt door veel mensen gebruikt.
English is used by many people.
Deze auto wordt gebruikt door mijn vader.
This car is used by my father.
Het leger gebruikt burgers als menselijk schild.
The army use civilians as human shield.
Deze oude tafel wordt nog steeds gebruikt.
This old table is still in use.
Op deze plek wordt Japanse valuta uitgebreid gebruikt.
Japanese currency is widely used here.
Dit werkwoord wordt gewoonlijk alleen gebruikt in de derde persoon.
This verb is normally used only in the third person.
Weet je ook hoe je een computer gebruikt?
Do you also know how to use a computer?
Tot nu toe heb ik nog nooit een bijl gebruikt.
Until now I've never used an axe.
Kun je me laten zien hoe je deze camera gebruikt?
Will you show me how to use this camera?