Vertaling van gedaan

Inhoud:

Nederlands
Engels
gedaan {bn.}
done
leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen {ww.}
to put 
to place 
to set 
to lay 
to put down
to lay down

ik heb gedaan
jij hebt gedaan
hij/zij/het heeft gedaan

I have put
you have put
he/she/it has put
» meer vervoegingen van to put

Ik kan dingen in een doos steken.
I can put things in a box.
In mei leggen alle vogeltjes een ei.
In May, all birds lay an egg.
handelen, ageren, doen, bezig zijn, optreden, te werk gaan {ww.}
to act 
to move 
to take action

ik heb gedaan
jij hebt gedaan
hij/zij/het heeft gedaan

I have acted
you have acted
he/she/it has acted
» meer vervoegingen van to act

We moeten snel handelen.
We have to act quickly.
Laten we doen alsof we buitenlanders zijn.
Let's act like we're foreigners.
optreden, ageren, doen, bezig zijn, handelen, te werk gaan {ww.}
to act 
to move 
to take action

ik heb gedaan
jij hebt gedaan
hij/zij/het heeft gedaan

I have acted
you have acted
he/she/it has acted
» meer vervoegingen van to act

maken, aanmaken, bedrijven, doen, uitbrengen, uitrichten, uitvoeren {ww.}
to do 
to make 
to work 
to act 
to wage 
to render 
to reach 
to form 
to commit 
to carry out
to perform 

ik heb gedaan
jij hebt gedaan
hij/zij/het heeft gedaan

I have done
you have done
he/she/it has done
» meer vervoegingen van to do

Beter niets doen, dan een fout te maken.
It's better to do nothing than to do something poorly.
Zorg ervoor dat ik het niet nog eens moet doen.
Don't make me do it again.
doen, laten, laten doen, maken {ww.}
to make 
to get 
to render 
to cause 

ik heb gedaan
jij hebt gedaan
hij/zij/het heeft gedaan

I have made
you have made
he/she/it has made
» meer vervoegingen van to make

Je kan me niets laten doen dat ik niet wil doen.
You can't make me do anything I don't want to do.
Het heeft geen zin te doen alsof om mij te laten geloven dat ik dingen geloof die jij niet gelooft!
It's no use pretending to make me believe that I believe things you don't believe!
tussenkomen, optreden, ageren, doen, bezig zijn, handelen, te werk gaan {ww.}
to act 
to move 
to take action

ik heb gedaan
jij hebt gedaan
hij/zij/het heeft gedaan

I have acted
you have acted
he/she/it has acted
» meer vervoegingen van to act



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Mooi gedaan!

Good job!

Zo gezegd, zo gedaan.

No sooner said than done.

"Bedankt." "Graag gedaan."

"Thank you." "You're welcome."

Zo gezegd, zo gedaan.

It's as good as done.

Mijn werk is gedaan.

My work is finished.

Waarom heb je dit gedaan?

Why did you do this?

Heb je je huiswerk gedaan?

Did you do your homework?

Hij heeft het zelf gedaan.

He did it himself.

Hij heeft het zelf gedaan.

He himself did it.

Heb je je huiswerk gedaan?

Have you done your homework?

Jong geleerd is oud gedaan.

What is learned in the cradle is carried to the tomb.

Waarom heeft Tom dit gedaan?

Why did Tom do this?

Je hebt het juiste gedaan.

You did the right thing.

Wat heeft hij vandaag gedaan?

What has he done today?

Graag gedaan!

You're welcome!


Gerelateerd aan gedaan

leggen - steken - plaatsen - stellen - stoppen - zetten - doen - handelen - ageren - bezig zijn - optreden - te werk gaan - maken - aanmaken - bedrijvenpasseren - rauzen - handelen