Vertaling van gedupeerd
Inhoud:
Nederlands
Engels
bedrogen, gedupeerd {bn.}
cheated
deceived
deceived
ik heb gedupeerd
jij hebt gedupeerd
hij/zij/het heeft gedupeerd
I have prejudiced
you have prejudiced
he/she/it has prejudiced
» meer vervoegingen van to prejudice
benadelen, duperen, laederen, schaden, pakken, vergrijpen {ww.}
to disfavor
to disfavour
to disadvantage
to disfavour
to disadvantage
ik heb gedupeerd
jij hebt gedupeerd
hij/zij/het heeft gedupeerd
I have disfavored
you have disfavored
he/she/it has disfavored
» meer vervoegingen van to disfavor