Vertaling van geleid
Inhoud:
Nederlands
Engels
geleid {bn.}
guided
geleid {bn.}
controlled
besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren {ww.}
ik geleid
I bring
» meer vervoegingen van to bring
Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
Did your uncle let you drive his car?
Oorlogen brengen littekens.
Wars bring scars.
ik geleid
I conduct
» meer vervoegingen van to conduct
de weg wijzen, leiden, geleiden, rondleiden {ww.}
ik geleid
I lead
» meer vervoegingen van to lead
Alle wegen leiden naar Rome.
All roads lead to Rome.
Er zijn vele wegen die naar Rome leiden.
Many ways lead to Rome.
escorteren, vergezellen, begeleiden, geleiden {ww.}
to accompany
ik geleid
I accompany
» meer vervoegingen van to accompany
Ik zal u vergezellen.
I will accompany you.
geleiden {ww.}
to transport
to transmit
to transfer
to channelize
to channelise
to channel
to transmit
to transfer
to channelize
to channelise
to channel
ik geleid
I transport
» meer vervoegingen van to transport