Vertaling van geprikkeldheid

Inhoud:

Nederlands
Engels
geprikkeldheid [v] {zn.}
thorn
irritant
geprikkeldheid [v], prikkeling [v] {zn.}
incitement
abetment
ergernis [v] (de ~), aanstoot [m] (de ~), geprikkeldheid, irritatie [v] (de ~), korzeligheid, kregelheid, wrevel [m] (de ~), wreveligheid {zn.}
tetchiness
touchiness
testiness


Gerelateerd aan geprikkeldheid

prikkeling - ergernis - aanstoot - irritatie - korzeligheid - kregelheid - wrevel - wreveligheidboosheid