Vertaling van gerechtigd

Inhoud:

Nederlands
Engels
bevoegd, gerechtigd {bn.}
empowered
sceptered
sceptred
rechtvaardigen, billijken, goedpraten, justifiëren, justificeren, rechtigen, vergoelijken, verantwoorden, wettigen {ww.}
to answer for
to account

ik heb gerechtigd
jij hebt gerechtigd
hij/zij/het heeft gerechtigd

I have accounted
you have accounted
he/she/it has accounted
» meer vervoegingen van to account



Gerelateerd aan gerechtigd

bevoegd - rechtvaardigen - billijken - goedpraten - justifiëren - justificeren - rechtigen - vergoelijken - verantwoorden - wettigenvoorstaan