Vertaling van gerild

Inhoud:

Nederlands
Engels
gerild {bn.}
grooved
well-grooved
beven, bibberen, huiveren, rillen, trillen {ww.}
to tremble
to rattle
to wave 
to quake
to shiver 
to quiver

ik heb gerild
jij hebt gerild
hij/zij/het heeft gerild

I have trembled
you have trembled
he/she/it has trembled
» meer vervoegingen van to tremble

Ze kon haar knieën voelen trillen.
She felt her knees tremble.


Gerelateerd aan gerild

beven - bibberen - huiveren - rillen - trillen