Vertaling van gering
Inhoud:
Nederlands
Engels
gering, kleinschalig, klein {bn.}
insignificant
undistinguished
undistinguished
geringachten, geringschatten {ww.}
to make no account of
laag, luttel, gering, schamel, summier {bn.}
humble
low
lowly
modest
small
low
lowly
modest
small
onbeduidend, futiel, gering, onbetekenend, licht {bn.}
fringy
marginal
marginal
beuzelachtig, kwezelachtig, marginaal, min, nietsbetekenend, weinigzeggend, futiel, onbeduidend, onbetekenend, gering, onaanzienlijk {zn.}
window
minachten, depreciëren, geringschatten, neerkijken, neerzien {ww.}
to scorn
to despise
to disdain
to contemn
to despise
to disdain
to contemn
ik schat gering
jij schat gering
hij/zij/het schat gering
I despise
you despise
he/she/it despises
» meer vervoegingen van to despise