Vertaling van geschept

Inhoud:

Nederlands
Engels
componeren, maken, scheppen, schrijven {ww.}
to write 
to create 
to compose 

ik heb geschept
jij hebt geschept
hij/zij/het heeft geschept

I have written
you have written
he/she/it has written
» meer vervoegingen van to write

Ze kan niet lezen of schrijven.
She cannot write or read.
Ik moet een brief schrijven.
I have to write a letter.
scheppen, opscheppen {ww.}
to scoop 
to shovel 

ik heb geschept
jij hebt geschept
hij/zij/het heeft geschept

I have shoveled; shovelled
you have shoveled; shovelled
he/she/it has shoveled; shovelled
» meer vervoegingen van to shovel

creëren, maken, scheppen {ww.}
to create 
to produce 

ik heb geschept
jij hebt geschept
hij/zij/het heeft geschept

I have created
you have created
he/she/it has created
» meer vervoegingen van to create

Klik hier om een account aan te maken.
Click here to create an account.
Weet je, mensen creëren geen tijd; als we dat wel deden, zou het nooit opraken.
You see, humans don't create time; if we did we'd never run out of it.
hozen, ontlenen, putten, scheppen {ww.}
to draw 
to extract
to excerpt
to spoon 
to bail

ik heb geschept
jij hebt geschept
hij/zij/het heeft geschept

I have drawn
you have drawn
he/she/it has drawn
» meer vervoegingen van to draw

scheppen, geschept {ww.}
to laden
to ladle
to lade

ik heb geschept
jij hebt geschept
hij/zij/het heeft geschept

I have ladled
you have ladled
he/she/it has ladled
» meer vervoegingen van to ladle

scheppen, creëren {ww.}
to create
to produce
to make

ik heb geschept
jij hebt geschept
hij/zij/het heeft geschept

I have created
you have created
he/she/it has created
» meer vervoegingen van to create

De directeur van de school wil de kantine sluiten en een nieuwe recreatieruimte creëren voor de studenten.
The director of the school wants to close the canteen and create a new recreation room for the students.
verwerven, verkrijgen, winnen, komen, nemen, scheppen {ww.}
to win
to gain
to acquire

ik heb geschept
jij hebt geschept
hij/zij/het heeft geschept

I have won
you have won
he/she/it has won
» meer vervoegingen van to win

Welk team zal winnen?
Which team will win?
Hij voorspelde dat ze zou winnen.
He predicted she would win.
scheppen {ww.}
to collide
to clash

ik heb geschept
jij hebt geschept
hij/zij/het heeft geschept

I have collided
you have collided
he/she/it has collided
» meer vervoegingen van to collide

schoppen, trappen, scheppen {ww.}
to kick

ik heb geschept
jij hebt geschept
hij/zij/het heeft geschept

I have kicked
you have kicked
he/she/it has kicked
» meer vervoegingen van to kick

onderscheppen, scheppen {ww.}
to block

ik heb geschept
jij hebt geschept
hij/zij/het heeft geschept

I have blocked
you have blocked
he/she/it has blocked
» meer vervoegingen van to block