Vertaling van geslaagd
ik ben geslaagd
jij bent geslaagd
hij/zij/het is geslaagd
I have succeeded
you have succeeded
he/she/it has succeeded
» meer vervoegingen van to succeed
ik ben geslaagd
jij bent geslaagd
hij/zij/het is geslaagd
I have passed
you have passed
he/she/it has passed
» meer vervoegingen van to pass
to win
to come through
to deliver the goods
to bring home the bacon
ik ben geslaagd
jij bent geslaagd
hij/zij/het is geslaagd
I have succeeded
you have succeeded
he/she/it has succeeded
» meer vervoegingen van to succeed
to make it
ik ben geslaagd
jij bent geslaagd
hij/zij/het is geslaagd
I have passed
you have passed
he/she/it has passed
» meer vervoegingen van to pass
to negociate
to carry off
to manage
to bring off
ik ben geslaagd
jij bent geslaagd
hij/zij/het is geslaagd
I have managed
you have managed
he/she/it has managed
» meer vervoegingen van to manage
to win
to come through
to deliver the goods
to bring home the bacon
ik ben geslaagd
jij bent geslaagd
hij/zij/het is geslaagd
I have succeeded
you have succeeded
he/she/it has succeeded
» meer vervoegingen van to succeed
Voorbeelden in zinsverband
Zijn poging tot ontsnappen was geslaagd.
His attempt to escape was successful.
Is hij geslaagd voor het examen?
Did he pass the exam?
Is hij geslaagd voor de proef?
Did he pass the test?
Ondanks alle moeite is hij niet geslaagd in de proef.
With all his efforts, he failed the test.
Ik heb geluk gehad dat ik er in geslaagd ben een goede babysit te vinden.
I was lucky that I was able to find a good babysitter.