Vertaling van gesloten
faithful
ik heb gesloten
jij hebt gesloten
hij/zij/het heeft gesloten
I have closed
you have closed
he/she/it has closed
» meer vervoegingen van to close
ik heb gesloten
jij hebt gesloten
hij/zij/het heeft gesloten
I have locked
you have locked
he/she/it has locked
» meer vervoegingen van to lock
ik heb gesloten
jij hebt gesloten
hij/zij/het heeft gesloten
I have closed
you have closed
he/she/it has closed
» meer vervoegingen van to close
to end
ik heb gesloten
jij hebt gesloten
hij/zij/het heeft gesloten
I have terminated
you have terminated
he/she/it has terminated
» meer vervoegingen van to terminate
to determine
ik heb gesloten
jij hebt gesloten
hij/zij/het heeft gesloten
I have set
you have set
he/she/it has set
» meer vervoegingen van to set
to shut
ik heb gesloten
jij hebt gesloten
hij/zij/het heeft gesloten
I have closed
you have closed
he/she/it has closed
» meer vervoegingen van to close
to shut
ik heb gesloten
jij hebt gesloten
hij/zij/het heeft gesloten
I have closed
you have closed
he/she/it has closed
» meer vervoegingen van to close
to shut up
to put away
to lock up
to lock in
to lock away
to lock
ik heb gesloten
jij hebt gesloten
hij/zij/het heeft gesloten
I have locked
you have locked
he/she/it has locked
» meer vervoegingen van to lock
to go
ik heb gesloten
jij hebt gesloten
hij/zij/het heeft gesloten
I have fitted
you have fitted
he/she/it has fitted
» meer vervoegingen van to fit
to check
to correspond
to fit
to gibe
to jibe
to match
to tally
ik heb gesloten
jij hebt gesloten
hij/zij/het heeft gesloten
I have agreed
you have agreed
he/she/it has agreed
» meer vervoegingen van to agree
Voorbeelden in zinsverband
De zaak wordt gesloten.
The case is closed.
De deur is gesloten.
The door is closed.
De luchthaven is gesloten.
The airport is closed.
Ik heb alle zes de vensters gesloten.
I've shut all six windows.
Hij stond daar met gesloten ogen.
He stood there with his eyes closed.
Hij klopte op de gesloten deur.
He knocked on the closed door.
De deur was van buitenaf gesloten.
The door was locked from the outside.
In de straat waren de meeste winkels gesloten.
The shops in the street were for the most part closed.
Daar hij moe was, zat hij in de sofa met gesloten ogen.
Since he was tired, he was sitting on the sofa with his eyes closed.
Op dit moment is de redactie gesloten.
At the moment the editorial office is closed.
Het is niet mogelijk vanmiddag de boodschappen te doen omdat de winkels gesloten zijn.
It is not possible to do the groceries this afternoon as the shops are closed.