Vertaling van gespikkeld
Inhoud:
Nederlands
Engels
gespikkeld, spikkelachtig, spikkelig {bn.}
dappled
mottled
mottled
punteren, spikkelen, stippelen {ww.}
to stud
to stipple
to punctuate
to stipple
to punctuate
ik heb gespikkeld
jij hebt gespikkeld
hij/zij/het heeft gespikkeld
I have punctuated
you have punctuated
he/she/it has punctuated
» meer vervoegingen van to punctuate