Vertaling van getroebleerd

Inhoud:

Nederlands
Engels
geschift, getikt, getroebleerd, getroubleerd, tureluurs {bn.}
crack-brained
daft
loopy
nuts
weird 
abnormaal, besodemieterd, betoeterd, crazy, dwaas, gaga, geschift, geschuffeld, gesjochten, gestoord, getikt, getroebleerd, halfwijs, inept, kierewiet, kolderiek, krankjorum, lijp, maf, mal, mallotig, mesjokke, toktok, tureluurs, verknipt, zot, achterlijk, gek, mesjoche, bezopen, halfgaar, krankzinnig, geflipt {bn.}
potty
verontrusten, beroeren, troebleren {ww.}
to trouble
to unhinge
to perturb
to distract
to disquiet
to disorder
to cark

ik heb getroebleerd
jij hebt getroebleerd
hij/zij/het heeft getroebleerd

I have troubled
you have troubled
he/she/it has troubled
» meer vervoegingen van to trouble



Gerelateerd aan getroebleerd

geschift - getikt - getroubleerd - tureluurs - abnormaal - besodemieterd - betoeterd - crazy - dwaas - gaga - geschuffeld - gesjochten - gestoord - halfwijs - ineptdoorwerken