Vertaling van getuigen

Inhoud:

Nederlands
Engels
getuigen {ww.}
to attest

wij getuigen
jullie getuigen
zij getuigen

we attest
you attest
they attest
» meer vervoegingen van to attest

certificeren, getuigen {ww.}
to vouch
to witness 
to certify
to testify
to bear witness of
to attest 

wij getuigen
jullie getuigen
zij getuigen

we vouch
you vouch
they vouch
» meer vervoegingen van to vouch

getuigschrift [o] (het ~), attestatie, getuige [o] (het ~), geloofsbrief {zn.}
credential
certificate
certification
credentials
getuige (mv. getuigen) {zn.}
witness 
Tom was getuige van het ongeluk.
Tom was a witness to the accident.
getuige (mv. getuigen), secondant {zn.}
second 
aanwezige [m], getuige (mv. getuigen), ooggetuige {zn.}
present one
tentoonspreiden, getuigen, tonen {ww.}
to show

wij getuigen
jullie getuigen
zij getuigen

we show
you show
they show
» meer vervoegingen van to show

Laat me je iets tonen.
Let me show you something.
Ik wil je iets tonen.
I want to show you something.
bewijs [o] (het ~), blijk [o] (het ~), getuige [o] (het ~), proef, proefje, proeve, getuigenis [v] (de/het ~) {zn.}
proof
cogent evidence
Ik heb een duidelijk bewijs.
I have a palpable proof.
getuige [m] (de ~) {zn.}
witness
witnesser
informant
getuige [m] (de ~) {zn.}
bystander


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Wij waren getuigen van het ongeluk.

We were witnesses of the accident.

De getuigen konden de valse verklaring van de verdachte weerleggen.

The witnesses were able to refute the false testimony of the suspect.