Vertaling van gevestigd zijn

Inhoud:

Nederlands
Engels
gevestigd zijn, huizen, resideren, wonen {ww.}
to live 
to stay 
to reside
to dwell
Waar wonen jullie allemaal?
Where do you all live?
Ze wonen in de buurt.
They live nearby.


Gerelateerd aan gevestigd zijn

huizen - resideren - wonen