Vertaling van gewezen

Inhoud:

Nederlands
Engels
gewezen, voormalig, vroeger {bn.}
former 
gewezen, voormalig, vroeger {bn.}
eventual 
ex-
former 
erstwhile
ex-, gewezen, oud-, voormalig, vroeger
ex-
former 
aanduiden, aangeven, aanwijzen, uitduiden, wijzen {ww.}
to indicate 
to denote 
to connote
to point out
to suggest 

ik heb gewezen
jij hebt gewezen
hij/zij/het heeft gewezen

I have indicated
you have indicated
he/she/it has indicated
» meer vervoegingen van to indicate

Kan men een datum aanduiden, waarop een taal begon te leven? Men is geneigd te antwoorden: "Wat een vraag!" . En toch bestaat er zulk een datum: 26 juli, Esperantodag…
Is it possible to indicate a date on which a language came into life? "What a question!" you will be inclined to say. And yet such a date exists: the 26th of July, the…
laten zien, tentoonspreiden, tonen, vertonen, wijzen, uitwijzen {ww.}
to show 
to manifest 
to display 
to demonstrate 
to point out
to indicate 

ik heb gewezen
jij hebt gewezen
hij/zij/het heeft gewezen

I have shown; showed
you have shown; showed
he/she/it has shown; showed
» meer vervoegingen van to show

Ik zal je de stad laten zien.
I will show you around the city.
Ik zal jullie wat foto's laten zien.
I will show you some pictures.
voormalig, ex-, gewezen {bn.}
out-of-date
outdated
superannuated
wijzen, attenderen {ww.}
to show
to indicate
to point
to designate

ik heb gewezen
jij hebt gewezen
hij/zij/het heeft gewezen

I have shown; showed
you have shown; showed
he/she/it has shown; showed
» meer vervoegingen van to show

Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
Could you show me the way to the port?
wijzen, aanwijzen {ww.}
to show
to indicate
to point
to designate

ik heb gewezen
jij hebt gewezen
hij/zij/het heeft gewezen

I have shown; showed
you have shown; showed
he/she/it has shown; showed
» meer vervoegingen van to show

Dat kan ik je aanwijzen!
I can show you!
wijzen, duiden {ww.}
to signal
to point
to betoken
to indicate
to bespeak

ik heb gewezen
jij hebt gewezen
hij/zij/het heeft gewezen

I have signaled; signalled
you have signaled; signalled
he/she/it has signaled; signalled
» meer vervoegingen van to signal

wijzen {ww.}
to show
to indicate
to point
to designate

ik heb gewezen
jij hebt gewezen
hij/zij/het heeft gewezen

I have shown; showed
you have shown; showed
he/she/it has shown; showed
» meer vervoegingen van to show