Vertaling van gewoon

Inhoud:

Nederlands
Engels
gewoon, veelvoorkomend {bn.}
common 
ordinary 
usual 
commonplace
everyday
normal 
standard 
gebruikelijk, gewoon {bn.}
accustomed 
customary 
usual 
wonted
conventional
habitual
regulier, gewoon, normaal {bn.}
normal
gewoonweg, doodgewoon, eenvoudig, ronduit, gewoon {bw.}
apparently
evidently
manifestly
obviously
patently
plain
plainly
alledaags, door-de-weeks, doordeweeks, gewoontjes, gewoon {bn.}
everyday
mundane
quotidian
routine
unremarkable
workaday
gewend, gewoon {bn.}
used to
wont to


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Doe het gewoon.

Just do it.

Negeer hem gewoon.

Just ignore him.

Probeer het gewoon eens.

Just try it out.

Ik heb gewoon opgegeven.

I just gave up.

Geloof me maar gewoon.

Just take my word for it.

Ik begrijp het gewoon niet.

I simply don't understand this.

Hij is dergelijke situaties gewoon.

He is used to such situations.

Geef hem gewoon de portemonnee.

Just give him the wallet.

Ik herhaalde gewoon zijn mening.

I just echoed his opinion.

Jij doet gewoon niks verkeerd.

You just don't do anything wrong.

Je kan me gewoon Taro noemen.

You can just call me Taro.

Liefde is gewoon een tijdelijke hormonale onevenwichtigheid.

Love is simply a temporary hormonal imbalance.

Tom is gewoon een gekke oude man.

Tom is just a crazy old man.

Ze is gewoon jaloers op je jeugdigheid.

She's just jealous of your youth.

Je bent niet langer gewoon een kind.

You are no longer a mere child.