Vertaling van greep
Inhoud:
Nederlands
Engels
greep {zn.}
seizing
seizure
grasp
seizure
grasp
greep, inname, slag , vat {zn.}
grasp
ik greep
jij greep
hij/zij/het greep
I grabbed
you grabbed
he/she/it grabbed
» meer vervoegingen van to grab
bemachtigen, grijpen, aangrijpen, vastgrijpen {ww.}
ik greep
jij greep
hij/zij/het greep
I nabbed
you nabbed
he/she/it nabbed
» meer vervoegingen van to nab
grijpen {ww.}
to prehend
to seize
to clutch
to seize
to clutch
ik greep
jij greep
hij/zij/het greep
I seized
you seized
he/she/it seized
» meer vervoegingen van to seize
grijpen {ww.}
to catch
to grab
to take hold of
to grab
to take hold of
ik greep
jij greep
hij/zij/het greep
I caught
you caught
he/she/it caught
» meer vervoegingen van to catch
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Hij greep me bij mijn kraag.
He grabbed me by the collar.
De jongen greep de hond bij de staart.
The boy caught the dog by the tail.