Vertaling van grip

Inhoud:

Nederlands
Engels
grip, greep [m] (de ~), houvast [o] (het ~) {zn.}
grip
grasp
wegligging [v] (de ~), wegcontact, adhesie [v], grip {zn.}
bond
adherence
adhesiveness
adhesion
adhesie [v], aanklevingskracht, kleefkracht, grip {zn.}
bond
adherence
adhesiveness
adhesion
handvat [o] (het ~), greep [m] (de ~), grip [m] (de ~), handgreep [m] (de ~) {zn.}
hold
handgrip
handle
grip


Gerelateerd aan grip

greep - houvast - wegligging - wegcontact - adhesie - aanklevingskracht - kleefkracht - handvat - handgreepsteun - kracht - onderdeel