Vertaling van grond
land
soil
ik grond
I base
» meer vervoegingen van to base
fundament
foundation
cornerstone
basis
base
pith
substance
nitty-gritty
nub
marrow
meat
inwardness
kernel
heart
heart and soul
gist
essence
core
centre
center
reason
earth
ground
land
solid ground
terra firma
to reason
ik grond
I argue
» meer vervoegingen van to argue
to prime
to undercoat
ik grond
I ground
» meer vervoegingen van to ground
Voorbeelden in zinsverband
De plank vroor aan de grond vast.
The plank froze to the ground.
De oude man viel op de grond.
The old man fell down on the ground.
Ze parkeerde haar auto op een onbebouwd stuk grond.
She parked her car in a vacant lot.
Deze huizen werden tot de grond platgebrand door de vijand.
These houses were burnt down to the ground by the enemy.
Er zit een grond van waarheid in wat hij zegt.
There is a certain amount of truth in what he's saying.
Ze lag neer op de grond en begon te lezen.
She lay down on the floor and started reading.
In Singapore is op de grond spuwen een misdaad.
In Singapore, it is a crime to spit on the ground.
Een van de appels viel op de grond.
One of the apples fell to the ground.
Het papieren vliegtuig gleed langzaam naar de grond.
The paper aeroplane slowly glided(?) to the ground
Op de vierde verdieping is er geen warm water, maar op de begane grond wel.
There's no hot water on the fifth floor, but there is on the ground floor.
In maart is de grond nog te koud om iets in de tuin te planten.
In March, the ground is still too cold to plant anything in the garden.
Op de vierde verdieping is er geen warm water, maar op de begane grond wel.
There's no hot water on the fourth floor, but there is on the ground floor.