Vertaling van grootspreker
Inhoud:
Nederlands
Engels
opschepper , blaaskaak , bluffer , dikdoener, gascogner, grootdoener, grootspreker, kapsoneslijer, opsnijder , pedanterik, pochhans, poehamaker, praalhans, praatjesmaker, protser, schreeuwer, snoever , windbuil , windmaker {zn.}
four-flusher
bluffer
bluffer