Vertaling van gunst

Inhoud:

Nederlands
Engels
begunstiging [v], genadigheid [v], gunst {zn.}
kindness 
boon
grace 
favour 
gunst [v] (de ~) {zn.}
favor
favour
Ik zou je graag om een gunst vragen.
I'd like to ask a favor of you.
Hij vroeg me of ik hem een gunst kon bewijzen.
He asked me if I could do him a favor.
gunst [v] (de ~), gunstbewijs, genade [m] (de ~) {zn.}
favor
favour
Ik moet je om een kleine gunst vragen.
I need to ask you for a little favor.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik zou je graag om een gunst vragen.

I'd like to ask a favor of you.

Hij vroeg me of ik hem een gunst kon bewijzen.

He asked me if I could do him a favor.

Ik moet je om een kleine gunst vragen.

I need to ask you for a little favor.


Gerelateerd aan gunst

begunstiging - genadigheid - gunstbewijs - genadeaandacht - uiting