Vertaling van haast
haste
rushing
rush
ik haast
jij haast
hij/zij/het haast
I quicken
you quicken
he/she/it quickens
» meer vervoegingen van to quicken
ik haast
jij haast
hij/zij/het haast
I hurry
you hurry
he/she/it hurries
» meer vervoegingen van to hurry
to rush
to look sharp
to hasten
to festinate
ik haast
jij haast
hij/zij/het haast
I hurry
you hurry
he/she/it hurries
» meer vervoegingen van to hurry
Voorbeelden in zinsverband
Haast je alsjeblieft!
Please hurry up!
Ik heb haast!
I have to hurry!
Haast je langzaam.
Make haste slowly.
We zijn haast een gezin.
We're practically family.
Haast je!
Hurry up!
Haast je, of je haalt de trein niet.
Hurry up, or you'll miss the train.
Haar handschrift was zo klein, dat het haast niet te lezen was.
Her handwriting was so tiny it was barely legible.
Ik vond het haast eng om je een hele dag niet online te zien.
It almost scared me not to see you online for a whole day.
Om zo snel te lopen moet hij haast wel steroïden hebben genomen.
He must have been on steroids to have run that fast.
Ik reed met mijn auto door rood, omdat ik haast had.
I ran a red light in my car, because I was in a hurry.
"Ik heb verschrikkelijke haast... om redenen die ik niet kan noemen," antwoordde Dima de vrouw. "Laat me alstublieft gewoon dat pak daar passen."
"I'm in a terrible hurry... for reasons I can't say," Dima replied to the woman. "Please, just let me try on that suit there."
Moet dit een krentenbol zijn? Je moet haast fietsen van de ene krent naar de andere, zo weinig zitten er in.
Is this supposed to be a currant bun? You almost need to cycle from one currant to another, so few are there.