Vertaling van handigheid

Inhoud:

Nederlands
Engels
handigheid [v] (de ~), slag [m] (de ~) {zn.}
quickness
facility
adroitness
deftness
adeptness
foefje [o], handigheid [v], handigheidje [o], kneepje [o], kunstje [o], greep, kneep {zn.}
trick 
bedrevenheid [v], handigheid [v], vaardigheid [v], vlugheid [v], slag [m] {zn.}
aptitude 
competence 
ability 
accomplishment
skilfulness
expertness 
behendigheid [v] (de ~), handigheid [v] (de ~) {zn.}
nimbleness
lightsomeness
legerity
lightness
agility
truc [m] (de ~), foef, foefje [o] (het ~), handigheid [v] (de ~), maniertje [o] (het ~), kneep [m] (de ~), kunst-en-vliegwerk, kunstgreep [m] (de ~), kunstje, list [m] (de ~), slimmigheidje, trick, toer [m] (de ~), slimmigheid [v] (de ~) {zn.}
gimmick
twist
device


Gerelateerd aan handigheid

slag - foefje - handigheidje - kneepje - kunstje - greep - kneep - bedrevenheid - vaardigheid - vlugheid - behendigheid - truc - foef - maniertje - kunst-en-vliegwerkvaardigheid - handeling