Vertaling van hard
ik hard
I stand
» meer vervoegingen van to stand
ik hard
I harden
» meer vervoegingen van to harden
ik hard
I harden
» meer vervoegingen van to harden
to tolerate
to support
to suffer
to stomach
to stick out
to stand
to put up
to endure
to digest
to brook
to abide
ik hard
I bear
» meer vervoegingen van to bear
to indurate
ik hard
I harden
» meer vervoegingen van to harden
ik hard
I toughen
» meer vervoegingen van to toughen
to indurate
ik hard
I harden
» meer vervoegingen van to harden
Voorbeelden in zinsverband
Je moet hard leren.
You must study hard.
Je werkt te hard.
You work too hard.
Goede studenten studeren hard.
Good students study hard.
Je werkt hard.
You work hard.
Nancy studeerde hard.
Nancy studied hard.
Ze werkte hard.
She worked hard.
Je moet heel hard werken.
You need to work very hard.
Ge moet alleen hard werken.
You only have to work hard.
De meeste studenten studeren hard.
Most students study hard.
Het regende hard de hele dag door.
It rained hard all day.
Zelfs als het hard regent, ga ik.
I'll go even if it rains heavily.
Ga niet naar buiten, het regent hard.
Don't go outside. It's raining hard.
Ik heb heel hard geleerd om het examen te halen.
I studied really hard in order to pass the exam.
Het begon al snel zeer hard te regenen.
It soon began to rain very hard.
Ik heb geen zin om zo hard te lopen.
I don't feel like walking so fast.