Vertaling van hechten
Inhoud:
Nederlands
Engels
dichtnaaien, hechten {ww.}
to suture
to seam
to seam
hechten {ww.}
to suture
wij hechten
jullie hechten
zij hechten
we stick
you stick
they stick
» meer vervoegingen van to stick
vastzetten, hechten {ww.}
to stick to
to stick
to hold fast
to bond
to bind
to adhere
to stick
to hold fast
to bond
to bind
to adhere
wij hechten
jullie hechten
zij hechten
we stick
you stick
they stick
» meer vervoegingen van to stick
toekennen, hechten {ww.}
to impute
to assign
to attribute
to ascribe
to assign
to attribute
to ascribe
wij hechten
jullie hechten
zij hechten
we impute
you impute
they impute
» meer vervoegingen van to impute
vasthechten, bevestigen, hechten, vastmaken, vastzetten {ww.}
to attach
wij hechten
jullie hechten
zij hechten
we attach
you attach
they attach
» meer vervoegingen van to attach
vastzitten, hangen, hechten {ww.}
to stand still
geven, hechten, houden {ww.}
to love
wij hechten
jullie hechten
zij hechten
we love
you love
they love
» meer vervoegingen van to love
Mensen houden van vrijheid.
People love freedom.
Wij houden van onze kinderen.
We love our children.