Vertaling van hees

Inhoud:

Nederlands
Engels
hees, rauw, schor {bn.}
hoarse 
hees, schor, rauw {bn.}
raucous
rowdy
hijsen, ophijsen {ww.}
to fly 
to hoist up
to run up
to hoist

ik hees
jij hees
hij/zij/het hees

I flew
you flew
he/she/it flew
» meer vervoegingen van to fly

zuipen, feppen, fleppen, lampetten, tetteren, buizen, hijsen {ww.}
to guzzle

ik hees
jij hees
hij/zij/het hees

I guzzled
you guzzled
he/she/it guzzled
» meer vervoegingen van to guzzle

ophijsen, opsjorren, hijsen {ww.}
to run up
to hoist

ik hees
jij hees
hij/zij/het hees

I hoisted
you hoisted
he/she/it hoisted
» meer vervoegingen van to hoist



Gerelateerd aan hees

rauw - schor - hijsen - ophijsen - zuipen - feppen - fleppen - lampetten - tetteren - buizen - opsjorrendrinken - optillen