Vertaling van hijs

Inhoud:

Nederlands
Engels
hijsen, ophijsen {ww.}
to fly 
to hoist up
to run up
to hoist

ik hijs

hijstoestel, hijs, hijswerktuig {zn.}
derrick
trek [m] (de ~), haal, hijs {zn.}
puff
pull
drag
oplawaai [m] (de ~), aai, baffer, beuk, doodklap, dreun, hijs, kleun, lel [m] (de ~), opdoffer [m] (de ~), opdonder [m] (de ~), oplazer, opsodemieter, opstopper [m] (de ~), optater [m] (de ~), peut, peuter, watjekouw [m] (de ~), ram, poeier [m] (de ~), hengst [m] (de ~), loeier [m] (de ~), opduvel [m] (de ~) {zn.}
wallop
zuipen, feppen, fleppen, lampetten, tetteren, buizen, hijsen {ww.}
to guzzle

ik hijs

I guzzle
» meer vervoegingen van to guzzle

ophijsen, opsjorren, hijsen {ww.}
to run up
to hoist

ik hijs

I hoist
» meer vervoegingen van to hoist



Gerelateerd aan hijs

hijsen - ophijsen - hijstoestel - hijswerktuig - trek - haal - oplawaai - aai - baffer - beuk - doodklap - dreun - kleun - lel - opdofferinstallatie - inademing - klap - drinken - optillen