Vertaling van hoef

Inhoud:

Nederlands
Engels
hoef [m] (de ~) {zn.}
hoof
De hoefsmid bracht de schoen aan, aan het hoef van het paard, terwijl de schoen heet was.
The farrier fitted the shoe to the horse's hoof while the shoe was hot.
hoeven, behoeven, nodig hebben, toe zijn aan {ww.}
to need 
to want 
to require 

ik hoef

I need
» meer vervoegingen van to need

Je zal een tijdelijke brug nodig hebben.
You'll need a temporary bridge.
Ik zal je hulp nodig hebben.
I'm going to need your help.
hoefijzer [o] (het ~), hoef {zn.}
shoe
horseshoe
behoeven, hoeven {ww.}
to need
to want
to require

ik hoef

I need
» meer vervoegingen van to need

Ze had niet naar de vergadering hoeven komen.
She need not have come to the meeting.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Jammer dat ik niet hoef af te vallen.

It's too bad that I don't need to lose weight.

Als je een baan vindt die je echt leuk vindt, hoef je nooit meer te werken.

If you find a job you really love, you'll never work again.

De hoefsmid bracht de schoen aan, aan het hoef van het paard, terwijl de schoen heet was.

The farrier fitted the shoe to the horse's hoof while the shoe was hot.


Gerelateerd aan hoef

hoeven - behoeven - nodig hebben - toe zijn aan - hoefijzervoet - hoefbeslag