Vertaling van hondje

Inhoud:

Nederlands
Engels
hondje, pup, puppy {zn.}
puppy 
pup 
Haar puppy is schoon.
Her puppy is clean.
Mijn puppy is gestorven, en ik ben vreselijk onthutst.
My puppy died, and I'm terribly upset.
hondje {zn.}
pet
duppie [o] (het ~), hondje, witje, dubbeltje [o] (het ~) {zn.}
dime
Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje.
He who is born for a dime, will never be worth a quarter.


Gerelateerd aan hondje

pup - puppy - duppie - witje - dubbeltjehond - muntstuk