Vertaling van hoorn

Inhoud:

Nederlands
Engels
hoorn [m], klaroen, signaalhoorn {zn.}
bugle
clarion 
hoorn [m], ontvanger, ontvangtoestel {zn.}
receiver 
hoorn [m], toeter [m], claxon [m] {zn.}
hooter
klaxon
horn 
hoorn [m], telefoonhoorn {zn.}
earphone
hoorn [m] (de ~), telefoonhoorn {zn.}
handset
french telephone
hoorn [m] (de ~), horen {zn.}
horn
french horn
hoorn {zn.}
conch
hoorn [o] (het ~) {zn.}
horn
hoorn {zn.}
horn
hoorn [m] (de ~), hoorntje, horen {zn.}
horn