Vertaling van huizen
wij huizen
jullie huizen
zij huizen
we live
you live
they live
» meer vervoegingen van to live
to be
wij huizen
jullie huizen
zij huizen
we equal
you equal
they equal
» meer vervoegingen van to equal
to stay
to abide
wij huizen
jullie huizen
zij huizen
we bide
you bide
they bide
» meer vervoegingen van to bide
sept
phratry
kinsfolk
kinfolk
folk
family line
place
edifice
protective cover
protective covering
Voorbeelden in zinsverband
De politieagent bezocht alle huizen.
The policeman visited all the houses.
Tom heeft zwee huizen en een boot.
Tom owns two houses and a boat.
Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen.
Frugality with diligence builds houses like castles.
Hij weet niet wie deze huizen gebouwd heeft.
He doesn't know who built those houses.
Deze huizen werden tot de grond platgebrand door de vijand.
These houses were burnt down to the ground by the enemy.
Ik bezoek soms de huizen van mijn vrienden.
I sometimes visit my friends' homes.
Er zijn hier geen huizen in de buurt.
There are no houses around here.
Alle huizen in onze straat zijn versierd met oranje vlaggetjes vanwege het WK.
All houses in our street are decorated with little orange flags because of the World Cup.